Het sacrale en de samenleving. Georges Bataille

zonder hoofd

 

Kapitalisme, aldus Bataille,  zoekt de vernietiging van de sacrale wereld – de wereld van het offer, erotiek, soevereiniteit, extase -  om zijn grenzeloze expansie te voeden. Kapitalisme kent geen grenzen, intern of extern, voor zijn functioneren. Toch,  de sacrale wereld beperkt het kapitalisme door zijn hebzucht, zijn vulgair en zijn hypocriete gedrag aan de kaak te stellen. Kapitalisme, suggereert Bataille,  kan en moet vernietigd worden door het sacrale, bevrijd van de georganiseerde, religieuze hiërarchieën.  Het sacrale is een kracht van fundamentele rebellie en revolte, radicaler dan welke organisatie  of structuur dan ook. Bataille zocht een wereld voorbij kapitalisme, een wereld van hernieuwde generositeit, ontzag en collectieve extase. (x11)

De definitie van het dierlijke als een ding is geworden tot een basaal menselijk gegeven.

Het dierlijke heeft zijn status als menselijk medeschepsel verloren, en de mens, die het dierlijke in zichzelf waarneemt, beschouwt dit als een gebrek. (18)

De mens voelt een onmachtige huiver in de aanwezigheid van het sacrale. De huiver is ambivalent. Ongetwijfeld, wat sacraal is  trekt ons aan en heeft een onvergelijkelijke  waarde en verschijnt tegelijkertijd als een duizelingwekkend gevaar voor die heldere en profane wereld waar de mensheid zijn geprivilegieerde domein situeert. (20)

Dood en geboorte communiceren aan ons de helderste sensatie van het mirakel van het sacrale. (21)

De linker pool van het sacrale is beslissend voor Batialle’s begrip van religie, samenleving en sociale macht. De macht van het priesterdom berust in het management van de transformatie van de linker-pool lasten in de rechterpool lasten. De relatie tussen de polen of lasten van het sacrale is niet dialectisch; het is duaal, omkeerbaar en niet accumulatief. De lasten van links en van rechts alterneren. Verspilling of dépensegebeurt niet in een beweging tussen die tweepolen, maar in het gebied van het sacrale als geheel. In deze zin is de rechter pool van het sacrale gekenmerkt door  dépenseprecies zoals de linker  pool. Bataille verstaat het sacrale als tegelijk het hoogste en het laagste. Het sacrale bestaat in deze bewegende lasten, in deze explosies van verzamelde energie.

Bovendien is er naast het topologische ook een chronologische en een historische dimensie in Bataille’s denken over het sacrale.  In de tijd dat de uitersten van zowel de linker pool als de rechter pool -  de meest aantrekkelijke en de meest weerzinwekkende - zijn beknot, wordt de intensiteit van de bewegingen tussen hen gereduceerd tot een ontzield, gesublimeerd of symbolisch geloofssysteem. De intensiteit van gemeenschappelijk aantrekkingskracht, vreugde en extatische uitgelatenheid is even bedreigend voor de religieuze  autoriteiten als voor de gezaghebbers van de staat vanwege de intensiteit van het lijden, van huiver en van rouw: beide voorkomen de werkingen van productie en tijdsduur, waarvan de profane wereld afhankelijk is. Anderzijds, zouden we kunnen zeggen dat de linker pool beperkt is door in toenemende mate geïdentificeerd te worden met het profane en, wederkerig,  wordt de rechter pool daardoor beperkt door gescheiden te worden van de linker pool.

Het historische element van Bataille’s denken hangt af van een notie van verlies en van een bewustzijn van dat verlies: het verlies van het dierlijke, het verlies van continuïteit, 

van immanentie, van het offer en het sociale interne bestuur van geweld. Maar hoe lang kan verlies gevoeld worden als verlies, voordat het gevoel van verlies zelf verloren is.

Sociale aantrekkingskracht wordt verzwakt als het niet kan steunen op de intense, mateloze kracht van afstoting. Orde moet selectief aangetrokken worden door wanorde eerder dan beschadigd of verbroken te worden door wanorde zoals in de moderniteit waar orde jacht maakt op wanorde en het probeert te elimineren. Wanorde moet men zijn recht laten wedervaren. Maar allen weten, de bestudeerde samenlevingen verraden het sacrale, in de betekenis van Bataille.  De samenleving faalt, zoals politiek en de gemeenschap ook moeten falen. (40)

Wat politiek lijkt en zichzelf verbeeldt als politiek, zal op een dag zichzelf ontmaskeren als een religieuze beweging. (Kierkegaard, geciteerd door Bataille)

Bataille had geen vertrouwen in welke politieke partij of ideologie ook. In plaats daarvan vormde hij vele kortstondige groepen voor discussies van ideeën. Bataille’s  commitment met de revolutionaire idee van het sacrale als revolte en omverwerping van zowel de bestaande maatschappij als van de bestaande religie maakt het onmogelijk hem te integreren in enig marxistisch of communistische organisatie. Toch bleef hij dichtbij, ja intiem met één van  de fundamentele aspiraties van het comminisme: het afbreken van het individualisme en de kennis van de diepe en universele gemeenschappelijkheid van de gehele mensheid.

Bataille’s publicaties over politiek maken ethisch en moreel denken belachelijk als de dragers en de alibi’s van liberaal kapitalistische uitbuiting, constaterende dat elke denken dat niet onmiddellijk het kapitalisme uitdaagt een gedragswijze er op nahoudt ‘van seniele bedriegerij en komische zelfingenomenheid’. De hoofdmoot van het politieke debat en ethische discussie wordt beheerst door dergelijke bedriegerij en zelfingenomenheid tot op de dag van vandaag. Sinds de dagen van Bataille heeft er absoluut geen vernieuwing van het politieke denken plaats gevonden…

Toch was Bataille’s positie er een van optimisme: het ‘opstaan’ van de lagere klasse beloofde een nieuwe samenleving voorbij het burgerlijk kapitalisme. De onrust van de lagere klassen is analoog aan de linker pool van het sacrale: zij moeten de verhevene en machtige naar beneden halen om het geheel te vernieuwen.

Bataille vindt bij Nietzsche krachtige steun voor zijn groeiend wantrouwen van politieke organisatie en actie.   Voor Bataille  is politiek altijd gebonden aan tijdelijkheid,  aan objecten en doelen; het reflecteert op het verleden, vindt het gebrekkig en zoekt naar verbeteringen voor de toekomst. Dit is wat politiek tot slaaf maakt van tijd en duur, precies zoals  het menselijke wezens tot slaaf maakt van een werksituatie met het oog op anticiperende doeleinden en van de ongrijpbare zoektocht naar geluk. Het huidige moment wordt ontkend of onderdrukt. Zijn is gefragmenteerd door rol, carrière, positie, plaats en tijd. Voor Bataille moet het huidige – een eeuwig moment van vrijheid – niet ontkend worden. Gegeven deze constitutieve fragmentatie kan politiek, in conventionele zin, alleen maar falen. Het moet falen omdat het in zekere zin ontworpen is om te falen, precies als ethiek altijd faalt, daar zij geenszins de lagere of de uitgeslotene helpt. Zij falen omdat hun doel is de ontvlambare natuur van bestaan onschadelijk te maken, de schreeuw van het leven te ontkennen, de kwellende neutralisatie van leven te verpasten tegen de toekomst. 

Bataille’s politiek is een politiek van gemeenschap, van een ‘onmogelijke’ gemeenschap. Hoewel hij parlementaire democratie  en zijn politieke systemen met zijn partijen en organisaties als hindernissen voor de vrijheid verwerpt, tezamen met alle utopische pogingen om het bestaande systeem te hervormen en te verbeteren, volgt daaruit geenszins dat zijn denken a-politiek is waarvan sommigen hem hebben beschuldigd. Bataille’s  revolutionaire denken over politiek beschouwt een andere wereld, een fundamenteel veranderde samenleving en een veranderd en ‘ander’ communisme. Ver van het opgeven van alle hoop, keert Bataille zich tot de mystiek en erotiek om deze zoektocht naar revolutionaire transformatie te verdiepen.  Mystiek en erotiek openen nieuwe werelden, werelden die radicaal anders zijn dan die van productief, slaafs werk en de eisen van kapitalistische accumulatie. (61/62)

Het is al te gemakkelijk de  waardevol gevonden waarden, principes of overtuigingen van anderen te overschrijden, toch wordt de idee van transgressie (overschrijding) in de betekenis van Bataille, een tumultueuze kracht, wanneer waarden die plechtig worden vastgehouden en geobserveerd, in de voorgeschreven omstandigheden worden geschonden. Transgressie is niet een viering van vrijheid,  laat staan van seksuele bevrijding; het is geen afwerpen van lasten en remmingen, maar eerder een onderdompeling in schaamte, ontzag, extase en, uiteindelijk, vernieuwing. Als taboes continu verzwakken, als zij uiteindelijk eerder geëlimineerd worden dan periodiek verbroken of geschonden, kan erotiek dan overleven?

Erotiek, volgens Bataille, grenst aan de dood. En er zijn hier twee betekenissen van dood:  een biologische dood en de orgastische opschorting van het zelf in de extatische ontbinding oftewel in la petitemorte. Bataille bepleit geenszins het biologisch doden van de ander als een vorm van erotiek, hoewel sommige critici Bataille lezen als een verdediger van de Sade en sadisme.  Zoals ik heb aangetoond, is Bataille’s notie van erotiek zeer verschillend van sadisme omdat de ontbinding van het zelf de controle en exploitatie van de ander van tafel veegt; erotiek is een ervaring van soevereiniteit niet van meesterschap. (81/82)

Er is nooit een samenleving van soevereiniteit geweest. Archaïsche, traditionele en feodale maatschappijen beknotten de soevereine ervaring door zijn mogelijkheden te binden aan bezit, rang of adeldom. Kapitalistische en communistische samenlevingen proberen de soevereiniteit te elimineren: de eerste door het te vervangen  met consumptieartikelen

die slechts bepaalde klassen en individuele verdelingen verrijken, de laatste door totale controle te zoeken over de mensen  en de ritmes van verbod en transgressie af te schaffen. De relatieve verdelingen van deze strategieën verschillen tussen de bewuste kapitalist en communistische regimes maar deze  verhullen hun meer fundamentele gelijkenissen: de reductie van mensheid tot een productief instrument; de reductie van denken tot een accumulatie van resultaten; de reductie van leven tot slavernij.

Voor Bataille zijn ‘ethiek’ en ‘gemeenschap’ alleen mogelijk als er een fundamentele en collectieve negatie is van nuttigheid en slaafsheid zodat iedereen  een zin van grenzeloosheid, van het wonder van het leven ervaart.  Uiteraard,  werk en productie  blijven vitale functies voor een samenleving, maar deze taken moeten gedragen worden zonder verschillen in rang, inkomen of status. Het communistisch experiment van de Sovjet Unie poogde klassenverschillen te elimineren op een manier die Bataille niet goedkeurde, want het ging ook voor het uitwissen van de laatste sporen van een soevereine ervaring, die geassocieerd werden  met een feodale samenleving zonder in staat te zijn nieuwe vormen van soevereiniteit te introduceren of zelfs nieuwe vormen van soevereiniteit te verbeelden.

Het is duidelijk uit het laatste deel  van The Accursed Share  dat Bataille gunstig gezind bleef jegens religieuze vormen van soevereine ervaring, wanneer religieuze verboden  en taboes tijdelijk zijn en voor hun transgressie een zekere tijd toegestaan is.  Monarchische, fascistische, kapitalistische en seculiere samenlevingen eisen totale controle. Zij verzadigen de ruimte en elimineren vormen van soevereine ervaring. (105/106)

Aldus heeft Bataille de via negativa genomen als een punt van ontbinding, van NIETS? Wat betekent NIETS met hoofdletters? Het is, in een zeer ongespecificeerde zin,  veel meer dan niets, niet een transcendent niets, maar een immanente ervaring van NIETS. De idee van immanente  immensiteit is fundamenteel voor Bataille’sTheory of Religion en  verschijnt door heel zijn Summateksten. Zonder de illusies van het transcendente, wordt het moment van immanentie geïntensifeerd; zonder objecten, zonder tijd, toekomst , progressie, zonder de transcendentie van de rede in wetenschappelijke waarheden of de transcendentie van taal in referentiale betekenis of de transcendentie van een object van goddelijke autoriteit, wordt immanentie immanentie, het wordt soeverein, extatisch, sacraal. De innerlijke ervaring verkent de afwezigheid van God. Zijn falen vorm aan te nemen op het vlak van realiteit,  te bestaan in de profane wereld. Zijn opgesloten zijn in het moment van sacraliteit, slachtofferige ontbinding en extatische communicatie.  Godis een transcendent niets, of we kunnen zeggen,  er is niets dat transcendent is…. (112/113)

Leven ontbindt zichzelf in de dood, rivieren in de zee en het gekende in het niet gekende. Kennis geeft toegang tot het ongekende. Onzin is de uitkomst van elke mogelijke zin.

Zoals fysieke erotiek de genitaliën in vlam zet, zo grijpt de spirituele erotiek je naar de keel, de longen en de ogen. Zij bemoeilijkt de ademhaling. Als zijn fysieke tegendeel kan spirituele erotiek in een ogenblik verschijnen en verdwijnen. Beiden kunnen van buitenaf gezien als zeer ridicuul verschijnen.  Toch, als zij de waarnemer kunnen infecteren, verspreid zich de besmetting; het gelach biedt geen protectie en de profane wereld smelt weg. Pornografie steunt precies op dit effect, maar faalt bijna altijd, precies zoals een georganiseerde religie faalt.

Als conclusie van Guilty, schrijft Bataille: ‘Op het hoogtepunt: God zelf. Maar de top is onmogelijk: ‘In plaats van God is daar het onmogelijke – niet God. En toch, ‘Ik zou God kunnen zijn… de enige weg om God te zijn is ontrouw aan mijzelf te zijn’. Zouden we kunnen zeggen: daar is geen ‘God’, maar GOD? Zijn we gerechtigd te betwijfelen dat de verteller van ‘Madame Edwarda’ God ontmoette?

Leven en dood, weten en niet-weten, onzin en zin: dit zijn geen tegenstellingen maar dualiteiten. Zij wandelen hand in hand als minnaars. Er kunnen argumenten en verschil van mening zijn, maar het koppel blijft onafscheidelijk – en in hun onafscheidelijkheid is er noch de één noch de ander. (126/127)

(Uit: Wiliam Pawlett, Georges Bataille,the sacred and society, Routledge, London/New York, 2016)